“Jij mag de deur open doen”, zei de man van het museum tegen mijn zoon. Hij kreeg een grote, zware sleutel die paste bij de indrukwekkende rode toegangsdeur van de Abdijkerk. Het was zomer 2017 en we waren naar het dorpje Aduard gefietst, op zo’n 10 km van de stad Groningen. Ooit stond daar het grootste Cisterciënzer klooster van Noord-Europa. Na een bezoek aan het sfeervolle museum Sint Bernadushof wandelden we naar de Abdijkerk er tegenover. De rondleider kon prachtig vertellen over de kerk, die in de kloostertijd gebruikt werd als ziekenzaal voor de monniken. Mijn zoon mocht de deur weer sluiten en met een zware dreun viel hij in het slot. We sloten ons bezoek af met thee en cake in de zonnige museumtuin. We hadden alles bekeken en zouden niet weer in Aduard terugkomen. Dat hadden we mis.
“Wij gaan even wandelen hoor!” Dat riep mijn moeder vroeger steevast op zondag naar boven, waar ik op mijn kamer speelde. Dan ging ze samen met mijn vader een blokje om. Ik begreep werkelijk niet wat ze eraan vonden. Wandelen, dat vond ik echt iets voor oude mensen. Ik wist zeker dat ik dat nóóit zou doen.
“Nog maar 1,5 km!” hoorde ik achter me twee hardlopers vrolijk tegen elkaar zeggen. WAT??!! Ik dacht dat ik er bijna was, want ik hoorde de speaker en de muziek al. Na het slopende viaduct kón ik bijna niet meer. Nóg 1,5 km. Zou ik ooit nog over de finish komen? Dat was acht jaar geleden, bij de Halve marathon van Haren. Voor mij heel bijzonder, want het was de eerste keer dat ik een halve marathon liep. En ook omdat ik niet eens van plan was een halve marathon te lopen. Ik deed het toch.
“Ben je moe?” vroeg een dame die naast me kwam zitten in de trein. Het was op een vrijdag, vroeg in de ochtend en ik was op weg van Groningen naar Amsterdam voor een training. Ik had erg naar die training uitgekeken, maar die ochtend wilde ik het liefst alleen zijn. Ik moest een beslissing nemen die ik – tegen beter weten in – niet wilde nemen. Ik voelde me verdrietig en had een loodzwaar hart, dus het laatste dat ik wilde was een gesprek met de dame naast mij. Maar toch gebeurde dat. Het werd een bijzonder gesprek, waarna ik wist welke beslissing ik moest nemen. Dat was de kracht van een mooi gesprek.
Net terug van onze reis naar Amman, Jordanië. Maar niet zomaar een reis. Want ik ging daar samen met mijn 15-jarige zoon voor het eerst zijn drie volwassen halfbroers bezoeken. Broers van wie we nog maar twee jaar weten dat zij bestaan. Met de nodige twijfel had ik onze reis geboekt, want zou er wel een klik zijn tussen mijn zoon en zijn halfbroers? Deed ik hier wel goed aan? Maar ik had me voor niets zorgen gemaakt. We werden verwelkomd alsof we elkaar al jaren kenden. En ze deden werkelijk álles voor ons, want zoals zij aangaven: ‘we are family!’ Het werd een heel bijzondere reis.
Ben jij aan het aftellen voor de marathon van Amsterdam op 20 oktober? Mocht je je niet helemaal fit voelen en twijfelen of je wel moet meedoen: ga ervoor! Want ook al heb je voor jouw gevoel niet voldoende getraind, ook met minder training kan je prima lopen! Vier jaar geleden liep ik mee met de marathon van Amsterdam: weinig voorbereiding en op de dag zelf was ik ziek, zwak en misselijk. En tóch heb ik een PR gelopen!