
Ben jij aan het aftellen voor de marathon van Amsterdam op 20 oktober? Mocht je je niet helemaal fit voelen en twijfelen of je wel moet meedoen: ga ervoor! Want ook al heb je voor jouw gevoel niet voldoende getraind, ook met minder training kan je prima lopen! Vier jaar geleden liep ik mee met de marathon van Amsterdam: weinig voorbereiding en op de dag zelf was ik ziek, zwak en misselijk. En tóch heb ik een PR gelopen!
Ik hoef niks ….
Mijn loopvrienden waren najaar 2015 aan het trainen voor de marathon in Berlijn. Die had ik het jaar ervóór gelopen. Twee keer achter elkaar dezelfde marathon, daar had ik geen zin in. Maar duurloopjes, daar hou ik wél van. En dus liep ik met m’n vrienden mee met hun duurlopen van meer dan 20 km. Ook bovendien ook erg gezellig, want na die lange afstanden gingen we altijd naar een restaurant voor koffie en gebak. Dat hadden we dan wel verdiend, vonden we. Ik vond het ideaal: wel lange duurloopjes, maar geen drukke schema’s van maandenlang 3 of 4x per week trainen voor mij. Gewoon wekelijks naar de trainingen van Loopgroep Groningen waar ik lid van ben, en zo nu en dan meetrainen met de duurlopen van mijn loopvrienden.
…. Of toch wel
Die duurloopjes gingen me vrij gemakkelijk af en ik voelde me super fit. Eigenlijk wel jammer om er verder niets mee te doen, zei ik tegen mezelf. Voor Berlijn moet je ingeloot worden, dus een maand van te voren alsnog willen meedoen is niet mogelijk. De marathon van Amsterdam was drie weken na Berlijn, en daar kon ik gelukkig nog een startbewijs voor krijgen. YESS!! Dus: zelf nog een paar weekjes door getraind en toen op naar Amsterdam!
Ziek, zwak en misselijk
Ik woon in de stad Groningen, dus de avond ervoor ging ik al naar Amsterdam. Die avond had ik een wat onbestemd gevoel, niet helemaal fit .’s Nachts sloeg het noodlot toe en kreeg ik een flinke buikgriep. Ik voelde me vreselijk. Amper geslapen en ’s ochtends nog steeds ziek, zwak en misselijk. En ik kon natuurlijk geen hap door mijn keel krijgen. Daar ging de marathon! Het liefst wilde ik naar huis en uitzieken. Maar ja, ik was nu eenmaal in Amsterdam en dan toch niet lopen? Dat vond ik ook wel erg sneu voor mezelf. “Al loop ik maar een klein stukje”, dacht ik. Uiteindelijk ging ik er toch maar heen. Een klein stukje lopen is in elk geval beter dan helemáál niet lopen vond ik.
Helemaal los in het Olympisch Stadion
De start van de marathon in het Olympisch Stadion was een geweldige ervaring! Enorme aantallen hardlopers bij elkaar, opzwepende muziek, een live verslag van de professionele lopers op grote schermen en het publiek op de tribune zorgden samen voor een ongekende sfeer. Ik vergat mijn ellende en na een poosje stond ik helemaal vrolijk te dansen op de muziek. Het gaf me een geweldige boost. Stukje bij beetje schoven we dichter naar het startvak. Inderdaad ‘we’, want ik had me aangesloten bij een paar hazen. Toen ik me inschreef voor Amsterdam wilde ik proberen om net onder de vier uur te eindigen, maar dat plan had ik inmiddels maar laten varen. Daarom had ik me aangesloten bij een hazengroepje voor een tijd van ongeveer 4.15 uur. Niet dat ik de eindstreep zou halen, maar dan liep ik samen met een groep andere lopers en dat leek me wel een goede steun.
Ik kies het hazenpad
Het startschot klonk en daar gingen we! De eerste 5 km liep ik met de hazen mee. Dat vond ik niet eens eenvoudig, want ik moest de hele tijd kijken waar ze waren. En er liepen ook veel andere lopers dwars door ons groepje heen, dus dat steeds maar opletten vond ik best wel vermoeiend. Langzaamaan voelde ik me steeds beter en de misselijkheid verdween. Het groepje liep nét iets langzamer dan het tempo waar ik lekker op loop. Dus na een kilometer of 7 liet ik het groepje achter me en ging mijn eigen weg en in mijn eigen tempo.
Voor het eerst: een runners high
Ik vond het heerlijk loopweer en hoe verder ik kwam, hoe beter ik me voelde. Het parcours ging langs de Amstel met soms erg smalle stukjes. Inhalen was lastig, maar ik wilde steeds sneller. Ik voelde me zo licht als een veertje en vooral ook heel erg blij. Ik denk dat ik grotendeels met een lach op mijn gezicht heb gelopen. Bij dat gedeelte langs de Amstel heb ik voor het eerst gevoeld wat een ‘runners high’ was: alsof ik nog eindeloos lang kon doorrennen. Wat een ongelooflijk heerlijk gevoel!
Ik WIL niet meer!
Maar een lege maag en een slapeloze nacht gaat zich natuurlijk wel wreken. Natuurlijk had ik een belt met water, druivensuiker, gels en energierepen bij me. Maar al bij het eerste hapje van die reep speelde mijn maag alweer op. Een gelletje dan maar. Ook dat was geen succes. Ik ben sowieso geen fan van die gels, maar toen al helemaal niet. De geur stond me zo tegen dat ik ook die gels niet kon innemen. Met een méér dan lege maag – alleen maar water en druivensuiker – en benen die gingen verzuren kreeg ik het bij ongeveer 36 km erg moeilijk. Mijn tempo zakte en van het runners high was niets meer over. De kilometers gingen uiterst traag voorbij, er leek geen einde aan te komen. “Ik kán niet meer, ik wíl niet meer, ik wil stoppen”, dreunde door mijn hoofd. Maar toch ben ik door gegaan. Want als ik zou stoppen en wandelen, dan wist ik zeker dat ik niet meer zou kunnen hardlopen. En ik was al zo’n eind gekomen. Dus toch maar verder gegaan, aangemoedigd door een super enthousiast publiek.
Een versnelling en nog een sprintje
Na een werkelijk eindeloos lijkend Vondelpark kwam ein-de-lijk het Olympisch Stadion weer in zicht. Of eigenlijk: ik hoorde de muziek en de verslaggever eerder dan dat ik het Stadion zag. En ondanks mijn vermoeidheid kreeg ik weer energie. Hoe ik het kon weet ik niet, maar ik ging zowaar de laatste twee kilometer weer harder lopen. Hoewel ‘harder’ een groot woord is, want zo snel ging ik nou ook weer niet. Bij het Olympisch Stadion aangekomen was het daar één groot feest. De tribune was afgeladen vol met een menigte die iedereen toejuichte. En weer die opzwepende muziek en een geweldig enthousiaste verslaggever: ik voelde alle energie weer terugkomen en zette zélfs nog een sprintje tijdens het rondje door het Stadion. Ik voelde op dat moment het runners high weer terugkomen. Het was gewoon jammer dat we maar één rondje hoefden te lopen. En mijn tijd: 3:54:09!
Een PR!
In totaal heb ik vijf marathons gelopen en die van Amsterdam was mijn vierde en de snelste. En dat met relatief weinig voorbereiding en training. Het beviel me prima! Ook bij mijn laatste marathon in Valencia vorig jaar december heb ik minder getraind dan bij de eerste drie marathons. Voor mij werkt dat. Ik denk dat vooraf veel trainen mij juist vermoeider maakt dan minder trainen. Bij de voorbereiding vorig jaar heb ik de tweewekelijkse trainingen gevolgd van mijn Loopgroep. En daarnaast eens in de paar weken een duurloop. Terugkijkend op de vijf marathons die ik heb gelopen was de marathon van Amsterdam wel een heel bijzondere: weinig voorbereiding, ziek, zwak en misselijk en tóch een PR. En met een runners high heb ik nog nooit zo lekker gelopen tijdens een marathon!
Wat is jouw ervaring met marathons?
Loop jij ook juist beter als je minder traint? Of volg je juist wel een strak schema? Ik ben heel benieuwd naar jouw ervaring. Laat het me vooral weten!

